vrijdag 1 januari 2010

Judith Visser

Oversteken
Twee mensen rijden naar huis na een verrassend etentje in een restaurant. Een spookrijder komt op hen af. Ze gillen, de lichten schijnen in hun ogen. Op het laatste moment kunnen ze elkaar ontwijken en komen met de schrik vrij. Die nacht slaat echter toch het noodlot toe. Matt sterft in zijn slaap en Tender wordt de volgende ochtend wakker en blijft ontredderd achter.
Het rouwproces van Tender wordt indringend beschreven. Haar apathie, verdriet en desinteresse in de wereld om haar heen zijn levensecht. Maar langzaam veranderd er iets in de sfeer van het boek. Aan één kant komt het leven weer een beetje binnen bij Tender. Aan de andere kant neemt het verhaal een bizarre wending met levensechte dromen, bovennatuurlijke krachten en vreemde toevalligheden. En het slot, lees vooral niet stiekum eerst het slot, dan doe je geen recht aan het boek.